Het Financieele Dagblad | Mark van Baal van Follow This schrijft dat werknemers, overheden, bedrijven, consumenten, rechters en aandeelhouders bestuurders in de fossiele industrie op andere gedachten moeten brengen.
Vorige week ging Shell in hoger beroep tegen de rechterlijke uitspraak in de klimaatrechtszaak aangespannen door Milieudefensie. Die uitspraak stelde dat het olie- en gasconcern zijn emissies moet verlagen. Shell kwam daarbij met een nieuw argument: ‘Recente uitdagingen rond de energievoorziening en piekende energieprijzen tonen dat de energietransitie zich op meer moet focussen dan het verminderen van koolstofemissies, wil het eerlijk en geordend verlopen.’
Diezelfde dag berichtte The Guardian dat Shell overweegt om het olieveld Cambo, ten noordwesten van de Shetlandeilanden, tóch te ontwikkelen. De reden daarvoor is dat het vanwege diezelfde piekende olieprijs weer rendabel is geworden om ver uit de kust, diep onder de zeebodem naar olie te boren.
Shells reactie op de door de oorlog in Oekraïne ontstane energiecrisis is slechts een voorbeeld van de reactie van de hele fossiele industrie. Begin maart kwam de top van de olie-industrie samen in Houston tijdens de jaarlijkse CERA-week: een week onder gelijkgestemden. Ben van Beurden van Shell noemde zichzelf hier ooit grappend de ceo van een ngo uit Europa. Journalisten constateerden in Houston een hernieuwd zelfvertrouwen, na jaren van bescheidenheid door verliezen, dividendverlagingen en de toenemende druk om te vergroenen.
Comfortzone
Met de hoge olieprijs is de top van de olie-industrie weer terug in zijn comfortzone. Men is vastbesloten om door te gaan met het meer dan honderd jaar oude businessmodel waar ze zo goed in zijn: fossiele brandstoffen omzetten in oliedollars.
Voor de wens van een groot deel van de wereld om van Russische olie en gas af te komen, heeft de olie-industrie maar één oplossing: drill baby drill. We moeten op andere plekken in de wereld naar olie en gas gaan boren. Voor wie een hamer heeft, lijkt ieder probleem op een spijker.
‘Investeer die hoge winsten massaal in de duurzame verdienmodellen van de toekomst’
Natuurlijk kan Europa vandaag, morgen of overmorgen niet zonder Russische olie en gas, maar wel ruim voor 2030. In 2030 moet de vraag naar fossiele brandstoffen immers zijn gehalveerd om het Klimaatakkoord van Parijs te halen. De Engelse denktank Carbon Tracker berekende dat het Parijsakkoord betekent dat minstens twee derde van alle bewezen olie- en gasreserves in de grond moet blijven (zogenoemde stranded assets, bezittingen die waardeloos worden).
Laten we de energietransitie daarom voortzetten door de vraag naar fossiele brandstoffen te verminderen – bijvoorbeeld door onze huizen te isoleren en fabrieken efficiënter te laten draaien – en door fossiele energie te vervangen door duurzame energie. Russische olie en gas zou hooguit tijdelijk vervangen hoeven te worden door fossiele brandstoffen uit andere bestaande bronnen. Het duurt vaak minimaal een decennium voordat nieuwe bronnen als bij de Shetlandeilanden operationeel zijn, terwijl nieuwe windturbines en nieuwe zonnepanelen binnen een paar jaar duurzame elektriciteit leveren.
De reactie op deze energiecrisis en de bijbehorende hoge winsten moet daarom zijn: investeer die hoge winsten massaal in de duurzame verdienmodellen van de toekomst. Hiermee maken bedrijven zich minder kwetsbaar voor een onvermijdelijke daling van de olieprijs, pakken ze de klimaatcrisis aan én helpen ze Europa onafhankelijk van Rusland te worden.
Businessmodel
Zou het daarom niet geweldig zijn als de olie- en gasindustrie deze crisis aangrijpt om de aanpak van de klimaatcrisis te versnellen? De politiek en maatschappij zijn er klaar voor en de technologie is intussen goedkoper dan fossiele brandstoffen.
De top van de olie-industrie zal excuses blijven verzinnen om hun beproefde businessmodel te behouden. Eerst waren de excuses dat het nog lang niet zeker was of klimaatverandering wel bestond en dat consumenten hun gedrag niet wilden aanpassen. Nu is het excuus een ‘eerlijke en geordende’ transitie.
De top van de fossiele industrie verandert niet snel genoeg uit zichzelf. Dat is begrijpelijk: zij kennen nu eenmaal geen ander businessmodel dan fossiele brandstoffen omzetten in oliedollars. Zij kunnen zich simpelweg geen wereld met minder olie en gas voorstellen binnen hun eigen termijn. Daarom doen ze vooral beloftes voor 2050.
Daarom moet iedereen rond de top van de olie-industrie – werknemers, overheden, bedrijven, consumenten, rechters en aandeelhouders – alles op alles zetten om de bestuurders op andere gedachten te brengen en in actie te laten komen. Zodat ze nooit toekomen aan het ultieme excuus: ‘Sorry, nu is het te laat’.
Mark van Baal is de oprichter van het Nederlandse aandeelhouderscollectief Follow This. In mei staan de Follow This-klimaatresoluties weer op de agenda van de aandeelhoudersvergaderingen van Shell en zeven andere olie- en gasconcerns in Europa en de VS.